picture of Dear Wendy


Kinderen worden groot. Kijk maar naar Haley Joel Osmont die dode mensen ziet in “The Sixth Sense” (1999) en Daniel Radcliffe die met de baard in de keel zijn toverkunsten verder ontdekt als Harry Potter. Gelukkig is de volgende generatie reeds opgestaan met onder andere Freddie Highmore die ons een traan doet wegpinken in “Finding Neverland” (2005) en ons overstelpt met caloriebommen in “Charlie and The Chocolate Factory” (2005). Ook Jamie Bell is ondertussen een beetje ouder geworden. Enkele jaren geleden ruilde hij nog als Billy Elliot zijn bokshandschoenen in voor een tutu. In “Dear Wendy” (2005) heeft hij een destructieve relatie met zijn vuurwapen.

Dick (Jamie Bell) slijt zijn dagen in Estherslope. Elke dag daalt zijn vader af naar de mijnen. Iets wat hij ook aan Dick wil opdringen. Na een week van proberen geeft de vader het op. Dick krijgt dankzij de oude Clarabelle (Novella Nelson) een job in een winkel. Ze zorgt er ook voor dat hij nieuwe vrienden leert kennen. Zo koopt hij voor de jarige Sebastian een klein speelgoedpistool. Maar dat belandt uiteindelijk ergens in een doos, want als pacifist geef je beter geen pistolen. Pas jaren later vinden Dick en het speeltje elkaar opnieuw. Na wat getalm vindt hij dat hij gerust een wapen mag dragen zolang hij het nooit gebruikt. Samen met de andere losers van het dorpje richt hij de club “The Dandies” op. Ieder van hen krijgt een eigen wapen en ontwikkelt een persoonlijke schietstijl. Ze lezen en vertellen over hun passie die uitgroeit tot een ware obsessie.

Jongens blijven jongens en wapens zijn geen speelgoed. Dat zijn zowat de twee voornaamste zaken die we onthouden na het bekijken van “Dear Wendy”. Wat je ziet staat eigenlijk symbool voor iets anders. Eigenlijk worden de al oude bekende thema’s aangehaald en aangeklaagd zoals geweld en racisme. Het is gericht tegen de obsessie en het recht dat iedereen een vuurwapen mag bezitten en dragen. Volgens de eigenaars is het hebben van een wapen nog geen reden dat je het ook gaat gebruiken. Het zorgt bij de drager voor zelfvertrouwen, een goed gevoel. Maar net door het hebben van iets kan je ook moeilijker de verleiding weerstaan en wil je wel eens de trekker overhalen. Waar stopt het spelgedeelte en waar begint de harde realiteit?

Die laatste vraag is heel onduidelijk en een antwoord kan je niet zomaar geven. De jongeren leven in een compleet andere en dandy wereld. Deze moderne western werd geschreven door de bekende Deen Lars von Trier (“Dogville”). Zijn medeoprichter van Dogma ’95 Thomas Vinterberg (“Festen”) neemt de regie voor zijn rekening. Een samenwerking tussen de twee klinkt dus veelbelovend maar buiten enkele interessante beelden en twee krachtige scènes laten beide heren het jammer genoeg afweten. Het tempo ligt heel laag en als je een hele dag in de regen hebt moeten wandelen, dan is de kans groot dat het zandmannetje langskomt eens je in een warmere bioscoopzaal zit. Ik pleit schuldig.

Dit is meer een film waar je naar luistert dan dat je ernaar kijkt. De voice over vertelt wat er is gebeurd, wat er allemaal omgaat in het hoofd van Dick en zijn clubleden. Op het scherm zelf gebeurt er bitter weinig. Dit Wilde West-verhaal bevat gewoon onvoldoende wilde momenten. Daardoor ga je ook sneller de kleine dingen vergeten zoals de relatie die elk van hen opbouwt met hun pistool, de hele ceremonie of de kracht die ze uit elkaar putten. De aanleiding voor de obligatoire shoot-out en het verloop daarvan is op zijn minst bij de haren getrokken. Hetgeen uiteindelijk overeind blijft dat zijn de muzikale intermezzo’s van The Zombies. Vooral dat heerlijke nummer “Time Of The Season” blijft hangen.