picture of DVD 'Shades'


Met het geweer werden net een aantal personen koelbloedig afgeknald. Op het ogenblik dat we een close up krijgen van de dader volgt een ‘cut’. We zijn op de set van de film “Shades”. Regisseur Paul S. Sullivan (rol van Mickey Rourke), de middelste ‘s’ staat voor stom of slim, is best tevreden met de opname. Zijn hoofdrolspeler, de moeilijke Dylan Cole (Andrew Howard), is minder blij. Hij leeft zich gewoonlijk volledig in zijn rol, en dan is goed niet goed genoeg.

Deze keer is zijn rol een uitdaging, want hij kruipt in de huid van seriemoordenaar Freddy Lebecq (Jan Decleir). Lebecq kwam na zeven jaar uit de gevangenis en knalde toen zonder enige moeite zijn medemens naar de eeuwige jachtvelden. Over diens leven wordt er nu een langspeelfilm gemaakt. Althans dat is de bedoeling, want het wil allemaal niet zo goed vlotten. Producent Max Vogel (Gene Bervoets) heeft problemen met zijn cast en regisseur, en ook de nabestaanden van Lebecqs slachtoffers zijn niet blij met de film. Daarbovenop blijft de portefeuille van de geldschieters langer in de broekzak dan gepland. Het maken van een film is al even moeilijk als het runnen van een voetbalploeg. Zeker wanneer de hoofdrolspeler de kant kiest van de seriemoordenaar die mogelijk vervroegd kan vrijkomen.

Een film draaien over hoe een film wordt gemaakt. Het is eens iets anders, dacht cineast Erik Van Looy. De man kennen we allemaal als de rebelse interviewer van De Laatste Show, die zonder schroom de meest dwaze vragen stelt aan wereldsterren zoals Harrison Ford, Samuel L. Jackson en Natalie Portman. Met “Shades” belicht hij de dodelijkste plaats op onze aarde: een filmset. Van Looy omschrijft een set als beginnen aan een voetbalwedstrijd wanneer je 5-0 achterstaat. Jan Decleir deelt deze mening niet. Voor hem is het geen nachtmerrie, maar een heel schoon leven. Hij wordt opgehaald, aangekleed, gevoed en terug naar huis gebracht. Van dat schoon leven merken we echter bitter weinig als we “Shades” bekijken. Logisch, want niemand is geïnteresseerd in het kijken naar een idyllisch leven. Wat we voornamelijk zien zijn uiteenlopende emoties, bundelingen van zweet én een ondenkbare hoeveelheid stress.

“Shades” is geen super film. Slechts heel zelden zie je enkele mooie shots zoals de close up van het rokende geweer of de tussenstukken waar de gebeurtenissen worden samengevat. De vertolkingen zijn doenbaar, maar niet meer dan dat. En het zou ons helemaal niet verbazen dat Rourke nooit één keer zijn oog op het script heeft laten vallen. Hij reageert zonder veel inspanning op datgene wat hem wordt aangeboden. Naast opnieuw de overkill aan BV’s, schiet “Shades” nog in één ding echt uit. Gedurende de hele tijd wordt er praktisch door alle personages Engels gesproken. Het gaat dan ook om een internationale productie, zoals Vogel beklemtoont. En aangezien de productie niet vlot, volgt de ene krachtterm na de andere. Vooral ‘fuck’ valt in de smaak van Vogel. Het zou ons niet verbazen als de prent het record heeft voor de meeste keren dat het woord in een Vlaamse productie wordt gebruikt. Een film moet toch ergens in uitblikken als je niet kunt beschikken over de Pfaffs. En we moeten toch over iets kunnen schrijven, nietwaar. Oh, en de goede muziek is van de hand van Alex Callier, de man achter Hooverphonic.