picture of El Fruto De La Fe


In Kunsthal Sint-Pietersabdij in Gent loopt van 4 maart tot en met 5 juni 2005 de tentoonstelling El fruto de la fe, 16de-eeuwse Vlaamse kunst van het eiland La Palma. De tentoonstelling vond eerder plaats in Madrid en gaat van Gent naar Santa Cruz de La Palma.

16de-eeuwse Vlaamse Kunst op een Canarisch eiland, het lijkt een paradox, maar is dat allesbehalve. In België zelf valt Vlaamse religieuze kunst uit de 16de eeuw nog nauwelijks te vinden. De beeldenstorm van 1566 en de erop volgende godsdienstoorlogen zijn hiervoor verantwoordelijk. Maar op La Palma, op de andere Canarische eilanden en op Madeira bleef bewaard wat bij ons werd vernield.

In de 16de eeuw bloeide de suikerhandel en vele Vlaamse geslachten trokken naar de eilanden voor de Afrikaanse westkust, die waren toegekend aan Spanje. Onophoudelijk werd er gereisd tussen La Palma en Vlaanderen. Schepen vervoeren suiker naar Vlaanderen en nemen vanuit Antwerpen als retourvracht kunstwerken aan boord. Die Vlaamse kunst is bestemd voor privé-kapellen en voor de eerste kerken die op La Palma werden gebouwd. Zo brengt men het verre vaderland en de nieuwe heimat een beetje dichter bij elkaar.

El fruto de la fe biedt het Belgische publiek een eenmalige gelegenheid om te genieten van uniek houten beeldhouwwerk en ongeziene schilderijen op paneel die hier nog nauwelijks te vinden zijn. Het is een stukje Vlaamse cultuur die aan de dood is ontsnapt. Een goed voorbeeld hiervan is een eikenhouten beeld van De Heilige Martinus. Deze Martinus van Tours kennen wij beter als Sint-Maarten, de variant van Sinterklaas in sommige streken die gevierd wordt op 11 november. Volgens de legende kwam Martinus als soldaat te paard aan in Amiens en sneed hij zijn mantel in tweeën om hem te delen met een bedelaar. ’s Nachts verscheen Christus hem, gekleed in dat stuk mantel. Zo werd hij het symbool van vrijgevigheid en krijgen kinderen tot vandaag op 11 november, zijn feestdag, geschenken. Ondanks het feit dat de Heilige Martinus van Tours in onze gewesten enorm populair was, is dit het enige bekende Antwerpse beeldhouwwerk van de heilige, dat bleef bestaan.

De tentoonstelling beslaat 2 zalen in de Sint-Pietersabdij. Er wordt een zeer passende sfeer gecreëerd door de rode panelen waartegen de kunstwerken, worden gepresenteerd en de liturgische muziek die weerklinkt.

De eerste zaal toont een groep piëta’s. Hoewel in de Nieuwe Tijd de individuele kunstenaar meer aandacht kreeg, is deze Vlaamse kunst in serie vervaardigd. Ze werden geproduceerd met het oog op een snelle verkoop of voor de internationale handel. Dit betekent echter helemaal niet dat de kwaliteit werd verwaarloosd. Daarvan getuigt het merkensysteem, dat garant staat voor de herkomst, de kwaliteit en het materiaal.

Wat vooral mijn aandacht kreeg, waren de heiligenbeelden. Achter elke heilige schuilt een schitterende legende en het is telkens weer een uitdaging die te raden aan de hand van de sculptuur. Je kan je gissingen dan toetsen aan de echte legende die je kan nalezen in de brochure die je aan het begin van de tentoonstelling kan meenemen.

Praktisch
De tentoonstelling in Kunsthal Sint-Pietersabdij loopt van 4 maart tot en met 5 juni (10u-18u).
Jongeren tussen 19 en 25 jaar betalen 6 euro, studenten 4 euro van dinsdag tot vrijdag.

Bijzondere evenementen:

  • Een publieksnocturne van de tentoonstelling met live uitvoering van 16de-eeuwse religieuze muziek : 20 mei van 18 tot 23.30u
  • Prof. Dr. John Everaert geeft in Fnac Gent een voordracht ‘Suiker, kunst en geloof. Vlamingen op de Canarische eilanden (16de eeuw): 19 maart om 14 uur.