picture of Glengarry Glen Ross


De immobiliënwereld is keihard. Wie niet voldoende presteert die vliegt de deur uit en dat kan vandaag of morgen gebeuren, want de concurrentie is moordend. Dat ondervinden de medewerkers van Mitch & Murray. Blake (Alec Baldwin) is op genademissie. Hij heeft de (on)dankbare taak gekregen om iedereen de laan uit te sturen, maar ze krijgen nog een kans willen ze hun job houden. Die kans duurt slechts een week. In die tijdsperiode moeten ze zoveel mogelijk verkopen. Ze krijgen daarvoor de beroemde Glengarry Glen Ross-adressen.

Shelley Levene (Jack Lemmon), Ricky Roma (Al Pacino), Dave Moss (Ed Harris) en George Aaronow (Alan Arkin) moeten hun waarde bewijzen. Zijn ze afsluiters? Hebben ze de bronzen ballen voor deze job, zoals Blake het verwoord. Of willen ze liever een goede huisvader zijn, want dan kunnen ze meteen naar huis en met de kinderen spelen. Maar dan zullen ze nooit zoals Blake zijn en met een BMW rijden van 80.000 dollar. Blake’s horloge alleen al is duurder dan de wagen van Dave. De prijzen die aan de eindmeet worden uitgereikt zijn een Cadillac, een set messen en ontslag. De druk op de verkopers is groot en dat heeft zo zijn gevolgen.

De film opent met een korte maar krachtige vertolking van Alec Baldwin. Waar is het met de acteur toch fout gelopen. Deze vraag hebben we tijdens zijn verschijning meermaals gesteld. Hij verpersoonlijkt de meest onsympathieke man die we al hebben gezien en hij doet het net zo formidabel als in “Malice” in de scène waarin hij zichzelf God noemt. Na zijn entree is het aan een sterke verzameling van acteurs om de rest van het verhaal te vertellen, en dat doen op hun geslaagde manier. Vooral de vertolking van Jack Lemmon blijft ons bij. Daarnaast maken ook Kevin Spacey en Jonathan Pryce hun opwachting.