picture of “Ik heb het risico nodig

Ara Starck is kunstenares: ze schildert, ontwerpt, fotografeert, bedrukt, … Ara is muzikante: ze heeft net haar debuutalbum uit met haar band The Two. Ara is tevens de oudste dochter van designguru Phillippe Starck . Maar Ara Starck is vooral zichzelf. Een interview met deze jonge duivel-doet-al met dictatoriale trekjes. (Matthias Brantegem)


“De creatie van dit doek heeft heel wat voeten in de aarde gehad. Na meerdere malen naar Gent te zijn gekomen en te hebben samen gezeten met de beste Europese akoestiekspecialisten heeft de definitieve versie van het schilderij in september mijn atelier in Parijs verlaten. Daarna begon het pas, ik eis zeggenschap over alles wat er intussen met het doek gebeurt. Ik moet akkoord gaan met de kleinste nagel in het plafond dat mijn kunstwerk ophoudt. Hoor de dictator in mij naar boven komen. Twee keer raden van wie ik dat trekje geërfd heb.(lacht)

Het gigantische doek beeldt verstrengelde handen af. Wat betekent dit doek voor u?

“Ik heb dit werk aangenomen omwille van de uitdaging die erin schuilde. We hebben het hier niet enkel over een bedrukt doek (verf zou het textiel doen stikken en de akoestiek veloren laten gaan, dus is het doek bedrukt met Starck’s ontwerp), maar over een heus akoestisch probleem. Naast het esthetische zorgt het doek voor een verstelbare akoestische resonantie, het zorgt voor een warmere klankkleur en vermindert of vermeerdert het typische kerkgeluid dat je vaak hebt in gebouwen zoals dit. Begrijp me niet verkeerd, ik vind het een schitterende locatie! De pracht van het gebouw en de kwaliteit van de renovatie waren ook factoren die me overtuigd hebben om dit project aan te nemen.

Het doek stelt verstrengelde handen voor. Handen die verwijzen naar musici die met hun handen hemelse muziek uit hun instrumenten halen maar ook handen van het publiek dat applaudisseert voor al dat moois.”

Naast kunst sta je ook op het podium met je groep The Two. Zien we dezelfde Ara Starck op het podium als in haar kunstwerken?

“Voor mij is het grote verschil tussen een kunstwerk schilderen en optreden de risicofactor. Optreden is live iets creëren met het risico dat je op je bek gaat. Een schilderij maken is veel veiliger: ik toon het alleen als het helemaal afgewerkt is. Er is dus een verschil in openheid, ik heb geen scrupules en niets staat mijn abstractheid in de weg in het creëren van mijn werken, maar toch heb ik het risico van een podium nodg!.

Mijn muziek en schilderwerken dienen hetzelfde doel, namelijk het openstellen van kunst aan elke laag van de bevolking. Maar beiden doen het op een andere manier: muziek is veel directer, spontaner en vindt simpelweg makkelijker gehoor. Bij mijn andere werken wordt van de toeschouwer een grotere inspanning verwacht. Het is vaak minder toegankelijk, maar er zijn dan ook meer lagen en er is meer abstractheid waardoor de beloning voor die moeite groter wordt.

Als ik even je werken en projecten overloop, of zelfs als ik hier naast jou zit, kan ik niet van het idee afstappen dat jij constant bezig bent. Heb jij nog tijd om je te vervelen?

J’essaie de m’ennuyer! Daar maak ik tijd voor! Ik vind verveling essentieel. Het is mijn drijfveer voor creatie. Ik droom graag en eigenlijk droom ik constant, mijn ideeën komen dan ook voort uit de meest constructieve dromen. Soms zijn het dromen die al jaren aan het sluimeren zijn en plots zijn ze rijp en klaar om in realiteit te worden omgezet. Een expositie is voor mij dan ook een sequentie van dromen die bij elkaar passen. Zo is ook het idee ontstaan voor mijn volgende tentoonstelling. Ken je nog die oude prentjes waarop een voetballer tegen een bal leek te schoppen als je ermee bewoog? Die bestaan eigenlijk uit twee licht verschillende beelden waarover doorzichtig ribbeltjesplastiek

is geplakt. Door het prentje vanuit verschillende hoeken te bekijken, verandert de lichtinval en

zie je afwisselend de twee beelden. Daardoor lijkt het net alsof het been van de voetballer beweegt. Met die zogenaamde lenticulaire techniek maakte ik een reeks kunstwerken. Die waren niet samengesteld uit twee, maar uit vijf tot zeven verschillende beelden. Het koste me drie jaar om die techniek op punt te zetten. Alle fabrikanten gooiden de deur tegen mijn neus, behalve één Fransman. ‘U bent gek, mevrouw’, zei hij. ‘Maar uw folie interesseert me wel.’

Ik maakte reeds zo’n reeks portretten met mijn vrienden in de hoofdrol, verkleed als circusfamilie. Maar voor het volgende project wil ik graag heroïsche epossen schilderen en via deze techniek weergeven, zoals Gericaults ‘Vlot van de Medusa’. Nu ik erover nadenk heb je gelijk. Ik verveel me te weinig, maar wees gerust ik maak er wel tijd voor! (lacht)