picture of John Cale @ Concerttent Peace Village in Mesen (20/12/14)

John Cale (spitsbroeder van Lou Reed in The Velvet Underground) trok zijn nieuwe tournee op gang in Mesen, de kleinste stad van het land. De muziek die hij schreef handelt over het kerstbestand tussen de frontsoldaten, nu honderd jaar geleden, en vooral gekend vanwege de voetbalpartij die er plaatsvond. In oorlog zijn er enkel verliezers, in voetbal soms gelijke spelen. Op de koop toe werd zijn meesterwerkje ‘Paris 1919’, dat zijn thematiek ook uit WOI haalde, zij het dan de vredesgesprekken na de oorlog, die wel eens worden verondersteld om de opgang van het Derde Rijk te hebben versneld, integraal opgevoerd.

Het werd een optreden in twee delen, waarin eerst het nieuwere werk aan de man werd gebracht en na een korte pauze het album uit 1973 nog eens uit de kast werd gehaald. De concerttent waarin alles zou plaatsvinden, beviel ons echter een stuk minder dan wat ons zou worden voorgeschoteld. Sfeerloos, vreselijke stoelen – neerzitten is sowieso al een sfeerkiller - en het geluid kwam er helemaal niet tot z’n recht. Welkom op de pensenkermis, maar dan zonder drank, want die moest je buiten opdrinken.

Cale’s nieuwe werk zou ik het best kunnen omschrijven als hedendaags klassiek, waarbij een strijkkwartet en enkel blazers werden aangevuld door bas, drum, een likje gitaar en Cale op synth. Mensen die gek zijn op symboliek zouden in dit samenspel een representatie kunnen zien van de Eerste Wereldoorlog, waarbij een gedesillusioneerde oude wereld in het reine probeert te komen met zichzelf door iets nieuws op te bouwen. Of, gewoon als onderhoudende, bij momenten zeer goede, muziek. Na een half uur hield Cale, zonder bindteksten, het voor bekeken en maakte wij ons op voor ‘Paris 1919’, wat toch vooral de reden was om naar de Westhoek af te zakken.

Wat we een beetje vreesden, werd al snel bevestigd: de sfeer van ‘Paris 1919’ is live heel moeilijk te recreëren. Daar leek het de eigenzinnige Cale ook niet om te doen; wie wil nu hetzelfde klinken als veertig jaar geleden? Dit moedigen we ten zeerste aan, al was het in dit geval wat hit and miss. Hierdoor was het soms moeilijk te ontdekken welk nummer werd gespeeld als je de tracklist niet uit het hoofd kent. Zo werd het frêle refreintje van ‘Hanky Panky Nowhow’ omgeven door een muur van geluid dat deed denken aan Iggy Pop’s proto-industrial nummer ‘Mass Production’ (https://www.youtube.com/watch?v=g1ZRiwg0AOk). Muzikaal goed, maar toch wel een zeer vreemde combo.

Het nummer ‘Paris 1919’ werd door deze strategie dan weer helemaal verneukt, pardon my French. Het nummer verloor zijn heerlijke speelsheid en mooie melodiën in de overvloed aan muzikanten op het podium. ‘Half Past France’ werd aangedreven door dreigende synths, alsof Cale de trieste lyrics extra kracht wil bijzetten in het licht van de oorlog. Het was echter altijd de combinatie van donkere thematiek met lichte, bij momenten opgewekte, muziek die ‘Paris 1919’ zo uniek maakten. Enkel ‘Graham Greene’ werd in vrij originele staat gespeeld en was als gevolg een hoogtepunt.

Ondanks enkele zware woorden hierboven, was dit optreden best genietbaar. Cale’s nieuwe muziek toonde aan dat de zeventiger nog steeds originele ideeën heeft en trouw blijft aan het avant-gardisme dat hij in de 60s de rockmuziek binnenbracht. Hoewel sommige versies van de nummers uit ‘Paris 1919’ een sisser waren, getuigde het van lef om zijn oude werk niet zomaar te recycleren, maar een nieuwe dynamiek te geven. Uiteindelijk kreeg hij het wat oudere publiek, dat zich allicht aan een hondstrouwe interpretatie van het album had verwacht, toch recht uit de stoelen om op de beat mee in de handen te klappen. Toen werd het ons, jongelingen, iets te gênant en besloten we de pensenkermis te laten voor wat ze was.

Ferris Vandierendonck