picture of Jurassic Parc III valt tegen


Nou zegt zo'n eerste vertoningsweek niet zo veel over uiteindelijk succes. Dat kan niemand beter weten dan Jurassic Park-producent Steven Spielberg die een maand geleden het door hem geregisseerde A.I. eveneens had zien binnenkomen op nummer 1 van de box office-lijst, waarna die film een week later wegduikelde met een inkomstenverlies van 80 procent. Als massale nieuwsgierigheid op teleurstelling uitloopt, kan dat de levensloop van een film drastisch bekorten. Hoe het commercieel afloopt met dit derde dino-drama, dat moet nog worden afgewacht. Zeker is wel dat hij qua vertier de voorgangers niet overtreft.

Het is ook een formule die zich veel minder voor een zogenaamde 'franchise' leent. Voor series met helden als James Bond of Indiana Jones is het niet zo'n toer om telkens nieuwe avonturen te bedenken. Dat ligt fundamenteel anders met een eiland vol voorhistorische monsters. Telkens zullen daar andere mensen verdwaald raken, van wie er een stuk of drie akelig aan hun einde komen, waarna het voor hun gezellen rennen wordt om heelhuids weer van het eiland af te komen. De ruimte om te variëren is beperkt, zeker als de aanzet voor de handeling ook nog plausibel dient te zijn.

Met dat laatst puntje gaat het dit keer meteen al fout. Een jongetje van veertien is aan het parasailen bij dat vervloekte eiland. Hij komt terecht in een mistflard. Als die weer wegtrekt, blijkt ineens het motorbootje onder hem te zijn leeggegeten. Jongetje met stuurloze parachute stort neer in de bush waar met prehistorische honger op hem wordt gewacht.

Na de titels schakelt de film over naar Sam Neill _ een wereldvermaard paleontoloog in de Jurassic Park-reeks _ die net bezig is te zweren dat hij nooit meer zal terugkeren naar die vermaledijde dinosaurussen op Isla Sorna. Drie minuten later is hem genoeg geld geboden _ ten behoeve van zijn wetenschappelijk instituut_ om die belofte te breken. Een schatrijk echtpaar, Téa Leoni en William H. Macy, wil een kleine rondleiding. Het vliegtuigje stort binnen de kortste keren neer en de overlevenden worden in een boomkruin onmiddellijk belaagd door vervaarlijke kaken.

Als het eerste gevaar is geweken, wordt het tijd voor ontboezemingen. Macy blijkt helemaal geen miljonair maar een eenvoudige loodgieter. Maar Neill moest verleid en bedrogen worden ten einde een dodelijk verontrust echtpaar in staat te stellen op zoek te gaan naar hun vermiste 14-jarige zoontje. Die wordt gelukkig gauw genoeg gevonden, heelhuids bovendien, en dan kan het grote rennen weer beginnen. Nooit wordt toegelicht hoe het 14-jarige zoontje van de eenvoudige loodgieter parasailend in de buurt kon komen van een berucht en zwaar bewaakt eiland vol vleeseters uit de Jura-tijd. Van een scherpzinnig bedachte en goed onderbouwde plot moet deze film het duidelijk niet hebben.

Incidentele situaties zijn soms evenwel spannend en vergapen aan trucages kan altijd. De makers gaan er prat op dat deze derde Jurassic Park-film meer shots met dinosaurussen biedt dan de twee vorige films bij elkaar. De variëteiten zijn ook rijker geschakeerd met Pteranodon, Spinosaurus, Triceratops en Ceratsaurus als nieuw in de groep. Door 'animatronics' (robots) en 'computer generated images' te combineren _ soms zelfs binnen één shot _ worden de voorwereldlijke beesten zelfs levensechter dan we ze ooit eerder hebben gezien. Daar zit tragiek in: dat ze zulke films steeds knapper kunnen maken, terwijl de formule nu echt volledig lijkt opgebruikt. Een vierde deel zou echt een slecht idee zijn.