picture of la mala educación, P.Almodóvar


Zoals dat hoort bij premières rolde Cinema Sphinx vorige week de rode loper uit. Zonder sterren weliswaar want die fonkelden onder de avondlijke spotlights in Cannes. Maar het mag gezegd zijn, met een hapje en een glas bubbels in de hand wordt het aanschuiven voor een cinematicket algauw een aangename belevenis. En welke film zou zo populair kunnen zijn dat een Gentse cinema zich zo veel moeite getroost? Si, si señor: la nueva película del director Pedro Almodóvar: La mala educación.

Drie jaar geleden zelfde tijd lieten Almodovarfans de terrasjes voor wat ze waren om te genieten van het mooie en vooral ingetogen Hable Con Ella. Dit jaar mogen diezelfde fans opnieuw de terrasjes achterwege laten hoewel wachten op een wolkje voor de zon in deze ook een optie kan zijn. Nee, centen voor een ticket voor La mala educación zijn absoluut niet slecht besteed maar toch bereikt deze film niet de sterkte van zijn voorganger, en even vele voorgangers eigenlijk.
Het verhaal belooft een kritische kijk op de mistoestanden in de Spaanse katholieke kerk te worden. Enrique en Ignazio zijn het slachtoffer van een priester die de kleine jongentjes in zijn internaat net iets te leuk vindt. Een degelijke start voor een kritisch en ontroerend verhaal? Zou kunnen. Toch had regisseur Almodóvar deze invalshoek blijkbaar niet voor ogen. De film blijkt een dooreenlopen van verhaallijnen te zijn. Flashbacks, flashforwards en een film in de film, waardoor stilaan duidelijk wordt wie nu precies wie is en wie wat gedaan heeft. Personages blijken niet die persoon te zijn als dewelke ze in de film werden geïntroduceerd, de waarheid blijkt niet even waar te zijn zoals we bij aanvang konden vermoeden. Met boven op dat alles een femme fatale die meer homme dan femme is presenteert Almodovár de kijker een vrij origineel en onderhoudend verhaal. Maar het bedrog en het verraad, ze zijn te flauw. Het is te weinig, te weinig om een stevig verhaal te tonen.
Als kijker begreep ik niet waar Almodovár naartoe wilde: hij levert geen expliciete kritiek, wijst evenmin op maatschappelijke wantoestanden en zijn over the top verhaal raakt absoluut niet boven die top waar hij opnieuw komisch wordt. De humor ontbreekt nochtans niet, maar ze blijft te veel in de details. Hardhorige mémées bijvoorbeeld, altijd grappig. Maar Almodóvar slaagt er niet in de komische noot als constante ondertoon in het verhaal te verweven. Ik zag een mooie film maar, perdón, de veeleisende, kritische filmkijker in mij wil ik toch altijd net dat ietsje meer. Dat ietsje dat maakt dat een film niet één dag maar een hele week, een heel leven( toegegeven daarvoor moet je meer dan een superregisseur zijn ) blijft hangen.
Maar goed, even de “ik wil meer – ik” in mij opbergen om toch toe te geven dat Almdovar, afgezien van de inhoud, een pracht van een kunstwerk afleverde. Die beelden! Zalig hoe Almodóvar er telkens in slaagt met één beeld net die sfeer op te roepen die hij nodig had. Sfeer maar ook gewoon bewondering voor de manier waarop deze man door het oog van een lens kijkt. Jongetjes die in lange rijen turnoefeningen doen, wie had ooit gedacht dat zoiets pure esthetiek kon zijn? Pure schoonheid, is ook bij de cast terug te vinden. Gael mooie meneer García Bernal, tja, Spaanse mannen, overdrijf ik als ik zeg dat alleen al een aanblik van hen een meerwaarde aan een film levert? Inderdaad, foute poging. Maar de meerwaarde is er wel: want niet alleen kunnen Gael en zijn vrienden mooi wezen ze kunnen wel degelijk acteren. De vrouwelijke kant van meneer Bernal is voldoende aanwezig om een travestiet eerste klas neer te zetten. En Fele Martinez, aan zijn zijde, is al even sterk als de kritische man die niet meer het kleine op zoek zijnde jongetje van weleer is. Goed werk.
Voorstel van Griet: over en paar jaar dezelfde goede acteerprestaties en beeldkwaliteit maar dan wel mét een sterk verhaal. En quizás ruilen we dan opnieuw vol enthousiasme de terrasstoeltjes voor een zitje in de bioscoop?

Griet Baeten
redactielid Café Civilisé