picture of L'Efant


Reclame en voorsmaakjes van andere films, die raak je gewoon als je regelmatig naar de bioscoop gaat. Bij “L’Enfant” wisten zowel de laatkomers als degene die tijdens de reclame rustig verder praten niet goed wat ze moesten doen. We kregen namelijk een H&M interpretatie van “Romeo & Juliet”. Een reclamespot die even tragisch is als het verhaal op zich. Juliet zingt eindeloos lang (zes minuten!) over haar verdriet en dat op een nummer uit de musical “Dreamgirls”, gebracht door Tamyra Gray en Mary J. Blidge. Na één enkele boegeroep, veel gelach en een zucht van opluchting als het voorbij was, verscheen dan toch eindelijk het label “Winnaar Palm D’Or Cannes”. En wees gerust dat label slaat op “L’Enfant” en niet op de spot van H&M.

Mijn kind, schoon kind. Van deze uitspraak heeft Bruno (Jérémie Renier) nog nooit gehoord. Zijn vriendin Sonia (Déborah François) heeft net het leven geschonken aan Jimmy. Na wat zoekwerk vindt ze de kersverse vader. Erg blij of trots reageert die niet. Hij heeft het te druk met zijn ‘werk’. Hij stuurt twee leerlingen uit het middelbaar in hun vrije tijd op pad. Voor een peulschil van de opbrengst breken ze in huizen en plegen ze kleine criminele feiten. Bruno heeft geen enkel besef van waarde. Niet voor mensen, niet voor geld, niet voor zijn vrienden en zeker niet voor zijn eigen kind. Hij weet alleen dat hij geld nodig heeft. Na een paar telefoontjes heeft Bruno meer zorgen aan zijn hoofd dan hij ooit had durven vermoeden.

In eerste instantie denk je dat de titel verwijst naar de boreling. Maar vader Bruno is zelf nog een klein kind. Je ziet hem bijvoorbeeld met een ijzeren staaf in het water spelen. Bruno is een egoïstisch persoon. Wanneer Sonia in het ziekenhuis ligt voor de bevalling verhuurt hij gewoon haar appartement. Hij moet geld hebben en zoals hij zelf zegt geraakt hij altijd wel aan geld, al kan hij helemaal niet omgaan met dat geld. Hij koopt bijvoorbeeld liever nieuwe kleren dan eten. Of hij trakteert de twee op een autorit met een cabriolet. Al moet de kinderwagen wel passen op de minuscule achterbank.

De gebroeders Dardenne leveren met “L’Enfant” alweer een film af over het leven. Over doodgewone mensen aan de rand van de samenleving. Onze landgenoten deden dat eerder met onder andere “La Promesse” (1996), “Rosetta” (1999) en “Le Fils” (2002). Ze borduren verder op hun werkwijze die duidelijk gesmaakt wordt door de kijker. Het beeld spreekt voor zich. Je vraagt je bij elke mistap die Bruno begaat spontaan af wat hem bezield, hoe groot de schade gaat zijn, en of hij uit de situatie kan en zal geraken. Eenvoud siert, dat is eigen aan Dardenne. Die eenvoud vinden we veelal terug in gelijkaardige films van Aki Kaurismaki, Ken Loach en Mike Leigh. Meteen besef je ook dat “L’Enfant” door een van deze cineasten gemaakt had kunnen worden. Al mogen we af en toe ook eens chauvinistisch zijn en dit met trots een Belgisch makelij noemen.