picture of Looking For Richard


Het kan soms gebeuren dat je een film helemaal niet begrijpt. Dat had ik bijvoorbeeld met “Richard III” (1995) waarin Ian McKellen de onvergetelijke titelfiguur vertolkt. Ik snapte absoluut niet de opzet van het verhaal laat staan de ontwikkelingen, de overrompeling van personages en de ongewone manier waarop McKellen zich naar de kijker richt. Een jaar later komt Al Pacino op te proppen met zijn visie op dit verhaal van William Shakespeare. Op slag zag ik het licht en het hele gedoe achter “Richard III”.

Met “Looking For Richard” (1996) vertelt Pacino namelijk alles wat ik wilde weten. Uiteindelijk zie je in deze documentaire slecht een fractie van de eigenlijke verfilming. Het gaat meer over de interesse en de passie die Pacino heeft voor het vak en de voldoening die hij eruit haalt. Hij kijkt letterlijk achter de schermen naar hoe de acteurs zich voorbereiden op hun rol. Tegelijk ontleedt hij het verhaal, welke hersenkronkels worden gevormd bij het hoofdpersonage, wat hem drijft tot de rand van de waanzin en zelfs over die rand. Niets voor niets is dit een van de meest gespeelde verhalen van Shakespeare. En gelukkig ben ik een van de velen die het allemaal aanvankelijk niet begreep.

Pacino heeft vier jaar nodig gehad voor deze film. Hij maakte het tussen de opnames door van zijn andere films. Zo kan je zien dat hij op zekere momenten een baard laat groeien, want die had hij nodig voor de film “Carlito’s Way” (1993). Het is ook door de film “Glengarry Glen Ross” (1992) dat Kevin Spacey en Alec Baldwin in “Looking For Richard” meespelen. Alle acteurs lieten hun normale vraagprijs vallen, wat zorgt voor de gevatte opmerking van Alec Baldwin dat hij voor elke dag op de set amper geld verdient, maar wel alle donuts krijgt die hij kan eten.

Doorheen die vier jaar heeft Pacino wel meer dan 80 uur opnamemateriaal verzameld. Maar liefst zes editors waren nodig voor al het knip- en plakwerk. Wat zorgt voor een grappige opmerking van een medewerker dat ze nu gewoon moeten zeggen dat ze geen pellicule meer hebben, want anders wil Pacino gewoon blijven doorgaan. Wie denkt dat Amerikanen geen Shakespeare kunnen spelen, wel die bekijkt dan best deze meer dan geslaagde film.