picture of Molly Nilsson, DOK, 25/3

Door omstandigheden die ik nu niet nader ga uiteenzetten, had ik van het optreden van de drie Deense meisjes slechts de laatste drie tracks gezien —waaronder de single ‘Rainbow Girl’. M’n eerste, aldus korte, indruk was weliswaar positief. De liedjes werden bijzonder goed gebracht; een strakke sound. Eveneens het publiek leek hun synthpop wel te smaken. Ik merkte dat na hun concert redelijk wat Giana Factory cd’s/vinyls verkocht werden. De ‘frontvrouw’ —die trouwens de zus is van Sharin Foo van The Raveonettes— kwam bij de merchandising stand staan, waar ze een praatje sloeg met (nieuwe) fans en handtekeningen zette op albumhoezen.

Omstreeks 22u kwam Molly Nilsson in de kantine tevoorschijn. Een opmerkelijke verschijning: je ziet niet elke dag iemand met een afgemeten helblond kapsel, zwarte eyeliner, zware plateauschoenen en een lange zwarte mantel voorbij stappen. Intussen werden de synthesizers, een gitaar en effectpedalen van Giana Factory opgeruimd, om plaats te maken voor… een cd-speler. Molly houdt er kennelijk een minimalistische opstelling op na. Live verkiest ze immers te zingen over instrumentale versies van haar liedjes. Karaoke dus. Best grappig eigenlijk. Misschien vindt ze het moeilijk om synthesizer te spelen en tegelijkertijd te zingen. Het bevestigt alleszins haar “do it yourself” attitude. Zo doet ze zelf het schrijven en opnemen van muziek, zonder enige tussenkomst van een producer en/of andere muzikanten. Daarenboven brengt ze haar albums uit op haar eigen label, Dark Skies Association.

Ik heb Molly Nilsson vorig jaar ontdekt via de al even eigenaardige John Maus. Op diens recentste album ‘We Must Become The Pitiless Censors Of Ourselves’, dat zelfs geprezen werd door het onvermijdelijke Pitchfork, verzorgde Molly de backing vocals voor ‘Hey Moon’. Bij het opzoeken van informatie over Maus en z’n verrassende album, kwam ik te weten dat zijn voornaamste broodwinning (tot voor kort?) eigenlijk docent filosofie is en dat die stemmige ballade —gericht tot de maan— door haar geschreven was. Meer nog, zij nam reeds een versie op voor haar debuutalbum ‘These Things Take Time’ uit 2008. Betreffende haar stijl van optreden, is ze wellicht geïnspireerd door Maus. Die heeft als opstelling eveneens enkel een cd-speler nodig. Hij gebruikt op de koop toe géén instrumentale versies: hij zingt gewoonweg over z’n eigen vocals —dus de albumversies van z’n tracks.

Inmiddels heeft Molly Nilsson vier albums uitgebracht. Die zijn telkens gevuld met synthpopliedjes, veelal gekenmerkt door een lo-fi sound. Ik vermoed dat ze weinig synthesizers bezit, want haar sound is doorheen haar discografie zowaar onveranderd gebleven. Je kan het monotoon noemen. Maar ook consistent. Toch, als de huidige tournee wat geld opbrengt, kan ze mogelijk eens wat nieuwe apparatuur aanschaffen.

Men kan weliswaar merken dat ze gevoel heeft voor catchy melodieën. Zo begon ze haar karaoke set met het ingetogen maar aanstekelijke ‘A Song They Won’t Be Playing On The Radio’ (uit haar derde album ‘Follow The Light’ uit 2010). Die track zou ze overigens ook als bisnummer brengen —omdat ze blijkbaar geen tweede cd-r’tje mee had. Gelukkig dat ze niet in een heuse concertzaal optrad, want nu al leek ze vrij timide. Doorgaans keek ze naar de grond. En soms deed ze iets wat een dansmove moest voorstellen. Desondanks werd ze goed ontvangen door het publiek. Na een drietal tracks verscheen er (bijgevolg?) een glimlach op haar gezicht.

Uiteraard kwamen vooral liedjes uit haar nieuwste cd ‘History’ (eind 2011) aan bod. Onder meer ‘Hiroshima Street’, ‘City Of Atlantis’, ‘You Always Hurt The One You Love’ en mijn persoonlijke favoriet ‘I Hope You Die’. Over laatstgenoemde track gaf ze trouwens te kennen dat het een soort cover is van één van haar oude tracks, omdat ze zich even ongeïnspireerd voelde. Een grappige bekentenis.

Ja, een intrigerende vrouw die Molly Nilsson. En hoe onwennig ze ook leek, ik was blij dat ik haar heb gezien. Misschien is ze evenwel een love-or-hate artiest. Zo heb ik haar muziek onlangs aan twee vrienden voorgesteld: De ene luistert nog steeds naar Molly en vond het erg jammer dat hij niet naar haar optreden kon gaan; De andere vond haar slecht en beklaagde zich al dat we recentelijk huisgenoten zijn geworden. Tja, smaken verschillen. Laat haar zo maar in de muzikale ‘underground’ verblijven. Ik denk dat ze daar graag vertoeft.

(MP)