picture of Munich


De laatste weken en dagen zijn alle ogen en oren op het Midden-Oosten gericht. Met elke nieuwe actie van Israël en de Hezbollah escaleert het geweld in de regio. De woorden “Every civilization finds it necessary to negotiate compromises with its own values” van Golda Meir in de film “Munich” weergalmen doorheen de geschiedenis. Elk land of volk heeft inderdaad het recht zichzelf te verdedigen, maar tegen welke prijs? Voor de wereld is het nu, zoals zoveel jaar geleden, terug bang afwachten of het geweld beantwoord wordt met geweld, of dat de diplomatie uiteindelijk de bovenhand haalt.

Vanuit de hele wereld komen in 1972 atleten naar Duitsland voor de Olympische Spelen. Wat een hoogtepunt moet worden voor elke sportliefhebber, verandert in een nachtmerrie die voor eeuwig in ieders geheugen blijft hangen. Het Israëlische team wordt door de terroristische organisatie Black September gevangen genomen en vermoord. Golda Meir, de premier van Israël, belast Avner (Eric Bana) met een moeilijk taak. Hij moet de opdrachtgevers en de betrokkenen uitschakelen. Hij krijgt daarvoor onbeperkte middelen (zolang hij reçu’s afgeeft) en vier medewerkers. De mannen kunnen alle mazel tov wel gebruiken.

Dit is een andere Steven Spielberg-film. Er zit behoorlijk wat geweld en bloedvergieten in (zelfs wat bloot). Dat zie je ook in zijn vorige films (behalve dan dat naakt als ik mij goed kan herinneren) maar meestal komt het geweld en de bedreigingen van de bad guys, dino’s of ruimtewezens. Dit keer zijn het de protagonisten zelf die mensen doorzeven met kogels of de lucht inblazen. De grote verdienste is de afzwakking van dat geweld door de menselijkheid die vooral Eric Bana in zijn vertolking legt. Spielberg zag hem aan het werk in “The Hulk” en zag in zijn ogen vooral de mens achter het monster. De acteur heeft talent, alleen moet hij nog de juiste rollen vinden. Deze is daar wel één van. Daartegenover plaatst hij de frivole aanpak van Steve (Daniel Craig), de planner Carl (Ciarán Hinds), de stille kracht van Hans (Hans Zischler) en de speeltjes van Robert (Mathieu Kassovitz). De leden vullen elkaar aan, en vormen een hecht team. Ze willen hun opdracht vervullen, maar de prijs die ze ervoor betalen is zwaar.

Welke boodschap Spielberg nu wil overbrengen is nooit echt duidelijk. Als jood neemt hij een overtuigend standpunt in dat aanvallen op zijn landgenoten gewoon niet kunnen. Maar dat geldt voor elke nationaliteit. Het probleem is eerder dat we een wat eenzijdige kijk krijgen op de gebeurtenissen. Vreemd, want Spielberg noemt scenarist Tony Kushner (“Angels In America”) een heel belezen man die hem alles vanuit een breder perspectief heeft laten zien. Uiteindelijk wordt het echter dus de strijd van één man tegen al de rest. Avner doet wat van hem wordt gevraagd en toch is het niet genoeg. Hij wordt door zijn opdrachtgevers, vrienden en vijanden beschuldigd van allerlei zaken. Daarmee vertelt Spielberg dat je vooral op jezelf moet vertrouwen, wat geen evidente zaak is. Naar het einde toe merk je dat Spielberg absoluut niet meer weet hoe hij dit verhaal moet beëindigen. Daardoor verliest de film aan kracht, overtuiging én mijn zegen. Acteur Mathieu Kassovitz heeft gelijk als hij zegt dat er voor de mannen op het einde van dat alles geen eeuwige glorie wacht. Veel glorie is er ook niet voor de enige extra die deze dvd rijk is. Eindigen doe ik wel op een positieve noot. Net zoals bij elke andere Steven Spielberg-film zwaait ook deze keer John Williams met het dirigentstokje. Hij gebruikt een heel fijn en kort thema bestaande uit twee crescendo’s en herhaalt dat doorheen de hele soundtrack. Dat vult hij aan met de mooie klaagzang van Lisbeth Scott. Even beklemmend en universeel herkenbaar wordt het niet zoals dat beklijvend thema uit “Schindler’s List”, maar dat hoeft ook niet. Fans kennen en herkennen het als een nieuw meesterwerkje.

De extra’s:

Munich: The Team, The Mission featurette (13 min.)