picture of Paradise now


Het conflict tussen de Palestijnen en de Israëlieten bestaat al lang. Na het verdwijnen van Yassar Arafat en Ariel Sharon van het politieke toneel is er nog steeds geen beterschap in het verschiet. De muur die Palestijnse zelfmoordenaars moet tegenhouden levert niet het gewenste resultaat op en Israëlische soldaten vuren nog al te vaak hun kogels af op doodgewone burgers. Een paradijselijk bestaan kan je het daar in het Midden-Oosten niet noemen. Hoe beide volkeren leven en overleven toont Hany Abu-Assad in zijn film “Paradise Now”.

Khaled (Ali Sulifman) en Said (Kais Nashef) zijn zowat sinds hun eerste levensjaren de beste vrienden. Ze wonen en leven in Palestina. Dat leven is niet meteen een droombestaan door de Israëlische onderdrukking. Andere tijden breken voor de twee aan. Ze behoren immers tot de groeiende groep uitverkorenen die hun hemel mogen verdienen. De twee krijgen een hele hoop explosief materiaal omgebonden, een ontsteker en een doelwit. De overtocht aan de grens verloopt echter niet zoals gepland. Beiden moeten nu voor zichzelf uitmaken of ze verder willen leven, of als ze als martelaar willen sterven en zo hun familie, volk en God eren.

Verrassend is dat deze internationaal ogende film gemaakt is door de Nederlandse Palestijn Hany Abu-Assad. Hij haalde de stof voor zijn film uit herinneringen en verhalen van de nabestaanden van zelfmoordenaars, uit wetenschappelijke studies, rapporten van Israëlische soldaten en verhalen van een advocaat die activisten verdedigt wiens bom niet is ontploft. Een stevige en realistische basis dus die je duidelijk terugvindt in de film. De research op zich was zonder gevaar. Het filmen zelf was dat echter niet. Zo werd een crewlid ontvoerd door de Palestijnen, maar die werd gelukkig twee uur later weer vrijgelaten. Toch was dat reden genoeg voor de Duitse medewerkers om te vertrekken. Daarnaast boorde niet ver van hun locatie een raket zich in de grond en kwamen daarbij drie Israëlische soldaten om het leven. Kortom, elke minuut werd de ploeg geconfronteerd met de harde realiteit van hun onderwerp. Hany Abu-Assad gelooft dat je het conflict tussen beide volkeren alleen kunt ontmantelen als beiden dezelfde rechten krijgen. Zolang dat niet gebeurt, blijft de spanning bestaan. Die spanning vind je ook in de film, want je zit steeds met die ene vraag: drukken ze uiteindelijk op het knopje of niet. Het antwoord op die vraag zal je zelf moeten achterhalen op dvd. En dat moet je zeker doen.

De machteloosheid en de fysieke bezetting van Palestijnse gebieden zorgen voor een machteloosheid die de inwoners liever kwijt willen. Het zijn de leiders van de extremistische groepering die daarop inspelen. Ze planten het belang van zelfopoffering in het hoofd van de jongens, en voeden het fundamentalisme. De twee geloven daardoor meer en meer hoe belangrijk ze zijn. De eigenlijke bruten zijn weliswaar de leiders, want de mooie woorden waarmee ze de jongens paaien, zijn woorden waarin die leiders zelf nauwelijks nog geloven. Hany Abu-Assad heeft zonder twijfel een positief, maar vooral menselijk, beeld geschetst van een Palestijnse terrorist. Daardoor krijgt hij kritiek van beide kampen. Want door het humaniseren van de activisten verdwijnt volgens de Palestijnen het heilige karakter van hun daden. Ook de Israëlieten uiten hun ongenoegen. De film toont dat deze wannabe martelaars geen gewetensloze beesten zijn. De daders krijgen een gezicht. Het zijn gewone mensen met een leven, vrienden, vriendinnen, een vader, een moeder, broers en zussen. De duivels zijn mensen geworden, en dat kan voor de Israëlieten niet door de beugel. Maar Abu-Assad argumenteert dat net doordat hij toont dat ze mensen zijn dat we ze aankunnen, dat ze niet onbereikbaar zijn en weldegelijk tegengehouden kunnen worden. Noem het leven in angst, zonder dat de angst het leven gaat leiden.

De extra’s:

- Making Of (17 min.)
- Interview Hany Abu-Assad (10 min.)
- Interview Lubna Azabal (8 min.)
- Trailer