picture of Pirates of the Caribbean: Dead Man's Chest


Laat ik maar meteen eerlijk zijn: ik vond de eerste "Pirates of the Caribbean (The Curse of the Black Pearl)" niet zo'n beste film. Johnny Depp als Captain Jack Sparrow mag dan wel een van de leukste en meest memorabele personages in lange tijd zijn, de film die zowat volledig rond dat personage gebouwd was, rammelde flink. Voor een avonturenprent waren de avonturen wat ondermaats, de plot een beetje te dun en ik zie gewoon niet graag een doorwinterde acteur als Geoffrey Rush overacten alsof zijn jaarloon ervan afhangt.

Dat gezegd, kan ik evenwel niet anders dan toegeven dat de eerste "Pirates" wel "Citizen Kane" lijkt in vergelijking met de sequel.

Dat vervolg begint nochtans veelbelovend. Een regenachtig tracking shot over een kerkhof, met Keira Knightley (in de rol van Elisabeth Swann) die unheimlich naar de einder staart. Luttele minuten later echter zit de kijker verstrikt in een nodeloos complexe film, waar geen touw aan vast te knopen is. Denk aan recente miskleunen als "Van Helsing" en "The League of Extraordinary Gentlemen" en je hebt een redelijk idee waaraan je je mag verwachten.

Het verhaal (als daarvan al sprake kan zijn) gaat naadloos verder op het eind van de eerste film. Elisabeth gaat trouwen met Will Turner (Orlando Bloom), maar het koppel raakt in de problemen door hun betrokkenheid bij de ontsnapping van piraat Jack Sparrow, die alweer diep in de miserie zit. Jack heeft ooit zijn ziel verpatst aan Davy Jones, kapitein van het spookschip "De Vliegende Hollander" en nu komt Jones de rekening vereffenen. Hij heeft daartoe niet enkel zijn bovennatuurlijke schip met een ondode bemanning ter beschikking, maar ook "the Kraken", een mythologisch monster uit de diepzee.

We tuimelen samen met de personages in een opeenvolging van scènes die, gespeend van elke logica, weinig meer zijn dan een reeks langdradige zwaardgevechten, oeverloos gezanik over allerlei onaardse gruwelen en actiescenes die zelden het niveau overstijgen van een gemiddelde deurenkomedie van een amateurtoneelgezelschap. Er wordt heen en weer gevaren zonder duidelijk doel en robbertjes gevochten zonder enig nut.

Het grootste affront voor de kijker is dat er bitter weinig Jack Sparrow te zien is. Het meest succesrijke aspect van de eerste film wordt hier totaal verwaarloosd. En als hij er in zit, dan is het meestal zelfs niet grappig. Met het grootste respect voor Johnny Depp, maar hij moet de hele tijd "bange lafaard" spelen of in idiote, ongeloofwaardige slapstick situaties verzeild geraken. Er zitten ongeveer drie grappen in de hele film, waarvan er al twee in de trailer zaten.

De rest van de cast weet evenmin van welk hout pijlen maken. Keira Knightley heeft waarschijnlijk nog de beste rol en het meeste plezier. Orlando Bloom speelt weer dezelfde zeurderige melkmuil uit àl zijn films (op het sublieme "Kingdom of Heaven" na). Ook de getalenteerde ouwe rotten, Stellan Skarsgard (Bootstrap Bill), Jonathan Pryce (Governor Swann) en Bill Nighy (Davy Jones) krijgen niets om mee te werken. Pryce en Skarsgard debiteren hun tekst als was het een boodschappenlijstje en het anders nochtans briljante acteerwerk van Nighy verdwijnt volledig achter een computergegenereerde inktvissensmoel.

De speciale effecten zijn trouwens lachwekkend slecht (vooral de van vissenkoppen en -lijven voorziene bemanning van Davy Jones). Ze verknoeien veel van wat au fond een grandioze spektakelfilm had moeten zijn. Ook het gebrek aan een echte dreiging is nefast voor het kijkplezier. Alle slechteriken stellen zwaar teleur, vooral de saaie Lord Cutler (Tom Hollander) en de monsterlijke Kraak, waar je amper wat tentakels van te zien krijgt.

Wat overblijft is een ronduit vervelende prent van een dikke tweeënhalf uur die gerust een uur minder lang had mogen duren. Ze is opgebouwd uit los zand en verwaterde clichés. En dan zijn er natuurlijk ook wat obligate Bruckheimer explosies die proberen te verhullen dat het domme verhaaltje vol met plotgaten zit, groot genoeg om meer dan één galjoen door te jagen.

De kijker wordt zelfs geen deftig einde gegund, want omdat deze film tegelijkertijd met het laatste deel van de trilogie is opgenomen (à la The Matrix 2 en 3), stopt "Dead Man's Chest" op een geheel onbevredigende cliffhanger.

Met dit tweede deel is de "Piratessaga" diep de kabeljouwkelder ingegaan. Hopelijk kan het derde deel een en ander goedmaken...