picture of Recensie Still Corners

Op dinsdag 27 maart speelden Still Corners in de Charlatan. Bijgestaan door Echo Beatty maakten ze er een dromerig en duister optreden van. En wij waren erbij!


Uw muziekredacteur was deze maal mooi op tijd en kreeg zo de kans om van het voorprogramma te proeven. De band, Echo Beatty, nam deze taak op zich. Het zijn twee jonge Belgen, een koppeltje zelf, die een soort van lo-fi Portishead voor ons in petto hadden. De vrouwelijke helft van de band nam de akoestische gitaar en zang op zich, terwijl haar mannelijke wederhelft aan de slag ging met de elektrische gitaar en wat keukengerei. Inderdaad, je leest het goed, keukengerei. Echo Beatty had een loopapparaat meegebracht naar het podium die bestond uit een houten kist met daarop onder andere enkele potjes en een klopper. Die bespeelde de techneut met veel precisie, waarna de tevoorschijn getoverde geluiden werden geloopt. Ondertussen sneerde hij ook nog met een strijkstok over zijn gitaar.

Het geheel gaf ons een zeer rustige sound, die een meerwaarde kreeg door de fijne geluiden die telkens doorheen de twee gitaren verschenen. Niet het hele publiek dacht daar over, aangezien er achterin vooral werd gepraat over het weer van de afgelopen dagen. Door de tweekoppige bezetting was het voor de jongeman soms moeilijk om alle dingen zelf uit te voeren, waardoor hij regelmatig in sneltempo zijn loops moest verzorgen of gitaar moest inpluggen. Al bij al, was het een geslaagd eerste deel van de avond en we kijken dan ook uit naar hun debuutalbum.

Still Corners kwamen hierna de bühne op en zij hadden meteen alle aandacht te pakken. Of dat iets te maken had met de mysterieuze uitstraling van leadzangeres Tessa Murray laat ik hier in het midden. Het optreden startte anders dan ik verwacht had. Hoewel Still Corners op hun plaat eerder naar Dream Pop neigen dan naar Shoegaze, viel de balans live net de andere kant op. De bas en gitaar waren doorheen het concert prominenter aanwezig, wat – naar mijn mening – de sound ten goede kwam. Geen gevaar dus om in te slaap te vallen door té dromerige deuntjes.

Het optreden werd gekleurd door de dualiteit van de muziek. Aan de ene kant had je een stevige basis van - zoals eerder vermeld - bas, gitaar en ook drum met daar tegenover de minimale synthesizergeluiden en ijle stem van Murray. Het geheel kreeg iets dromerigs, maar dan in de zin van een goede nachtmerrie. De hypnotiserende sfeer werd aangevuld door de projectie van psychedelische beelden op een groot scherm achter de band. De set werd in een rotvaart afgewerkt, met als bindtekst hier een daar een bedeesde en hese “Thank you”, wat het mannelijke deel van de zaal nog meer deed smelten.

Als toetje hadden we nog twee nummers te goed, die in tegenstelling tot de set een stuk rustiger waren. Eerst werden we getrakteerd op een Bruce Springsteen-cover, I’m on Fire, die gebracht werd door Murray, enkel vergezeld door de gitarist. Deze dromerige aanpak van het nummer kan wat mij, helemaal geen fan van het oorspronkelijke 80s-geluid, betreft zonder schaamte naast het origineel geplaatst worden. De hele band nam het podium nog eens in voor het laatste nummer en liet een tevreden zaal, én muziekredacteur, achter.

Still Corners bleek live een stuk sterker te zijn dan op plaat, waar ze niet echt uit de ban springen van het contemporaine Dream Pop-circuit. De combinatie van dromerige geluiden en pseudo-Shoegazekwam in de Charlatan veel meer aan de orde. Eén ding staat vast: wij weten nu al wie de soundtrack verzorgt als David Lynch een derde reeks van Twin Peaks uit zijn mouw schudt.