picture of Seabiscuit


Toen ik “Seabiscuit” in de bioscoop zag, kwam ik met een goed gevoel uit de zaal. Lag dat aan het paard of aan Tobey Maquire, wie zal het zeggen. Op dvd heeft de film iets van zijn charme verloren, maar het blijft innemend en hartverwarmend. Dus kunnen we nog eens een positieve review schrijven. “Seabiscuit” was een van de vijf films die afgelopen jaar kans maakte op de Oscar van beste film. Dat was misschien overdreven, maar ook niet geheel onterecht. De film heeft gewoon alles wat een goeie film moet hebben. En zowat iedereen houdt wel van een verhaal over een 2de kans en waarin de kleine David het tegen de grote Goliath moet opnemen. Zeker de leden van de Academy die kwistig omspringen met nominaties.

In 1910 geloven de Amerikanen nog steevast dat hun land hét land is waar alles kan. Je moet er alleen in geloven. Charles Howard (Jeff Bridges) is zo een man. Zijn eigen fietsenwinkel kent weinig succes. De toekomst rijdt namelijk op vier wielen en heet auto. En dat heeft Howard goed begrepen. Howards automobielbedrijf is een onverhoopt succesverhaal. Maar de val van Wall Street slaat diepe wonden. Howard incasseert op professioneel vlak zware klappen. Maar ook op persoonlijk vlak wordt hij getekend door een verlies. Ook de ouders van Red Pollard (Tobey Maguire) kennen problemen. Ze zijn zelfs verplicht hun zoon op jonge leeftijd achter te laten. Ze doen dat uit bestwil voor hem, want zelf hebben ze niet de middelen om voor hem te zorgen. Red gaat aan de slag als hulpje bij een paardenhouder. Jaren gaan voorbij en het is uiteindelijk Tom Smith (Chris Cooper) die de twee mannen samenbrengt. Hij ziet in Red de geknipte jockey die met Howards paard Seabiscuit meer dan één race kan winnen. En als het even kan en mag ook een waardige tegenstander is voor de legendarisch War Admiral, een rasechte volbloed die onoverwinnelijk lijkt op de renbaan.

“Seabiscuit” is gebaseerd op het artikel “Four Good Legs Between Us” uit American Heritage Magazine en het boek van Laura Hillenbrand. Zij pende 400 pagina’s vol. Een hele opdracht voor regisseur en scenarist Gary Ross (“Pleasantville”). Maar het moet gezegd worden dat de man schitterend werk heeft afgeleverd. Hij toont dat een film over een paard in tegenstelling tot “The Horse Whisperer” niet saai moet zijn. Tijdens de analyse van enkele scènes doorloopt hij de aantekeningen die hij heeft gemaakt voor elk shot. De man gaat daarbij heel nauwgezet aan het werk en weet waarover hij spreekt. Ross schets een verhaal over mensen wiens leven elkaar kruisen door een gedeelde liefde en interesse in het paard Seabiscuit. 10 paarden om precies te zijn. 5 racepaarden en 5 andere met elk een typische karaktertrek.

De acteurs daarentegen die moesten de klus klaren zonder een enkele kloon. En ze tonen dat ze zo een kloon helemaal niet nodig hebben. Een acteur die mij steeds kan boeien is zeker Toby Maguire. Hij ziet eruit als een doodgewone jongen die naast de deur kan wonen. Iemand die niet gebukt gaat onder zijn eigen status als acteur. Daardoor kan hij moeiteloos een superheld spelen die toch met beide benen op de vaste grond staat, als hij tenminste niet achter de slechteriken aanzit. Ook de twee andere mannelijke acteurs, Jeff Bridges en Chris Cooper, vallen in die categorie. Ze kennen hun vak. De drie eenzaten vullen elkaar prima aan, terwijl William H. Macy, ook al zo een prima acteur zonder omhooggevallen ego, met glans voor de nodige humor zorgt. Tenslotte voorziet Randy Newman van prent van een zeer geslaagde score. Vooral de tweede helft uit “Call Me Red” blijft hangen. En snel nog even vermelden dat je als extra ook nog de originele beelden van de race tussen Seabiscuit en War Admiral krijgt.

De extra’s:

- Audio commentaar Gary Ross en Steven Soderbergh
- The Making Of (15 min.)
- Analyse van een filmfragment (5 min.)
- De match van 1938: Seabiscuit tegen War Admiral (2 min.)