picture of The Life Aquatic With Steve Zissou


Je hebt humor en je hebt humor. De ene vorm is rechtuit, vaak onder de gordel en daardoor van bedenkelijk niveau. Ik neem als voorbeeld de komedies met Adam Sandler. De andere vorm is subtiel, droog en vraagt een inspanning van de toehoorder of kijker. Spontaan hoor ik de stem van Guy Mortier die reclame maakt voor een weekblad. Beiden vormen hebben zo hun voor- en nadelen en richten zich tot een bepaald publiek. Wie houdt van de subtiele humor kijkt best eens naar “The Life Aquatic With Steve Zissou” (2004).

Onderwaterfilmer Steve Zissou (Bill Murray) en zijn team hebben dringend een succesvolle documentaire nodig. De vorige dateert immers van negen jaar geleden. Ze laten het publiek al even proeven van wat hun meest spectaculaire reis ooit wordt. Steve wil de wereld bewijzen dat er zoiets bestaat als een jaguarhaai. Niemand heeft die ooit gezien, behalve dan Steve en zijn beste vriend Esteban. Tot zijn grote spijt is Steve echter de enige die het kan navertellen. Hij belooft plechtig dat hij de haai zal vinden én doden. “I'm going to find it and I'm going to destroy it. Possibly with dynamite,” aldus Steve. Dat het vermoorden van een zeldzame soort indruist tegen elke wetenschappelijke doctrine, daar ligt hij niet wakker van. Naast die haai baart ook Ned Plimpton (Owen Wilson) hem zorgen. De jongeman is immers Steve’s onbekende zoon uit een van zijn vele relaties (een vertrouwde situatie voor Bill Murray zo blijkt uit “Broken Flowers”). Vader en zoon investeren de erfenis van 275.000 dollar in de zoektocht. Het wordt een reis waarbij heel wat geheimen komen bovendrijven.

Het is even wennen aan de humor van Wes Anderson, maar eens je zijn hersenkronkels kunt volgen heb je alleen maar lof voor de man. Hij lost dan ook de verwachtingen ruimschoots in. Meer zelfs, “The Life Aquatic With Steve Zissou” is in vergelijking met zijn vorige films veruit de meest toegankelijke. Met deze film brengt hij hulde aan Jacques-Yves Cousteau, de befaamde documentairemaker die in 1997 stierf. Die hulde vertaalt zich onder andere in de rode mutsen die de personages doorheen de film dragen. Het is haast alsof je naar een aquarium kijkt waarin de tropische vissen zijn vervangen door zeldzame personages. Surrealistisch is het beeld wanneer iedereen als sardienen in een blik samengeperst zitten in een piepkleine yellow submarine.

Net zoals bij “The Royal Tenenbaums” (2001) moet je het hele verhaal en alle personages met een serieuze korrel zout nemen. Geen probleem, want zout vind je genoeg in de oceaan. Anderson werkt opnieuw met ‘zijn’ acteurs. Anjelica Huston speelt nog eens de rol van een in de steek gelaten moeder die de affaires van haar echtgenoot tolereert. Haar teerbeminde Gene Hackman wordt weliswaar vervangen door de tot hoofdrol promoveerde Bill Murray (“Lost In Translation”). De droogstoppel heeft van zijn verdwaasde blik zijn handelsmerk gemaakt, en blijkbaar is het besmettelijk. Iedereen loopt erbij alsof ze het in Keulen horen donderen. Tot de uitbreide groep van castleden behoren nog Willem Dafoe, Jeff Goldblum en Michael Gambon. Cate Blanchett praat zoals in “The Aviator” (2004) met een vreemd accent en zet zoals elke keer een geloofwaardig personage neer. Trouwens, Blanchett was niet Anderson’s eerste keuze. Gwyneth Paltrow en Nicole Kidman haakten af wegens andere verplichtingen en ook Julianne Moore toonde interesse voordat de rol uiteindelijk naar Blanchett ging. Een opsteker voor zowel Anderson, de toen zwangere Blanchett en wij als kijker.

De extra’s:
- Audio commentaar
- 9 deleted scenes
- Starz on the set (14,32 min.)