picture of Vrijdag 18 juli c.s.


Potverdekke. Heel de vrijdag weggeslapen, na een klein, pijnlijk nachtje door. Vervolgens de avond ingezet - praecoctische feestgangers en -gangsters dansten in het zog van een fanfare Sint-Jacobs vol - bij vrienden. Met wijn. En gezang. No more.

Zaterdag was een ander paar mouwen. Uit de losse pols klokske rond geslapen, en Vedettjes beginnen scoren aan de caravan. Die van Urgent.fm, jazeker. Gentjazz wachtte, met The Neville Brothers in de aanslag. De presentator was vervelend als vanouds - in ruil voor een drankje wil ik in den draai best een imitatie ten berde brengen, maar het voornaamste verwijt dat ik de mens maak, is dat hij er niet eens in slaagde de vier voornamen van de Nevilles een beetje deftig op te sommen zonder naar zijn papiertje te pieren. Dan vraag ik me af: zou hij door hebben gehad dat hun achternaam drie, nee… even kijken… vier keer… ja, vier… ze zijn met vier… vier broers… dat ze vier keer dezelfde achternaam hebben? Zijnde… euh… vier keer… Neville?

De mannen waren in goede doen. Lekkere, enigszins slome, funk wisselde af met uitstekend repertoiremateriaal: Fever, Ain't no sunshine when she's gone van Withers, One Love van de bekendste der Marleys, en hups, waarom niet: Amazing Grace. Lachen, met kiekenvlees weliswaar. De band, een net rijtje van vier achter de broertjes (N-e-v-i-l-l-e), voorzag van genoeg st(r)oom om per luchtballon de Golf van Mexico over te steken. Flauw, jazeker. Bovendien niet eens waar. (Start Beenhout, represent!)

Dé stem die het meest in het oor springt, en sprong, is die van Aaron (Neville) - een hoog, zalvend geluid dat langs geen kanten past bij de kale Forest Whitacker die daar bolgebodybuilt zijn klep opentrok en prompt alle aanwezige haartjes stijf omhoog zette. Patat! Grootvader van het jaar was trouwens de grijze met de Egyptische snor, Charles (C-h-a-r-l-e-s). Zelden iemand zo blij zien zijn! Speelde ook gemeen sax; voor de liefhebbers. Art, he's the main one, zat aan de toetsen vooral blij te glimlachen. Na de bissen hebben ze hem trouwens moeten helpen afstijgen van zijn privé-podiumpje rechts vooraan. Oude legendes, leer ze mij kennen. Nog enkele woordjes maak ik vuil aan de jongste, een soort kruising tussen Snoop Dogg en een voodoo preacher, mét witte en zwarte veren in de hoed! Bij deze lanken wij het onze naar hem.

Yellow Moon, hun bekendste, had een iets andere inkleding gekregen - die reggae-overgang! - en deed verhopen dat de volle maan buiten de tent even veel passie, zij het dan jaloerse, uit onze vege lijven zou trekken. Aldus geschiedde. De nacht was zoals nachten moeten zijn. Rond zeven uur zwaaide ik een laatste keer naar de handvol honderden die de Flashmarkt nog stonden te bevuilen, en slalomde tussen tweede- en derdehandse frietjes bedwaarts. Salute!

Er kwam geen antwoord. Zoals dat gaat.